dinsdag 24 juni 2008

25 jaar wedstrijdhardloper Inleiding


 
Het boek van Dolf Jansen: ‘Altijd verder’ gaf me het laatste zetje om een tekst te schrijven die 25 jaar hardlopen omvat. ‘Doorgaan’, zei mijn docent altijd op de Academie, dat heb ik gedaan. Of zoals ze het in Rijssen zo mooi zeggen ‘Ait vedan’. Ik werd aangenomen op de DEVA vakschool te Almelo. We gingen op excursie, via de Hoge Veluwe ‘Kröller-Muller’ naar Eindhoven ‘Van Abbemuseum’ en van Rotterdam ‘Boymans van Beuningen’ naar Amsterdam ‘Carré’. De onbezorgde jeugdjaren werd met 'Het kleine huis op de Prairie’ afgesloten. Al gauw bleek er geen houden meer aan.  “Opzij, opzij, opzij ….. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan”.

Het moet dus ergens zijn begonnen. Ging dat bij Dolf in harmonie met zijn omgeving en ouders. Bij mij lijkt het een strijd nog voordat ik die hardloopschoenen aan had. Mijn moeder hield geen plakboek bij voor dat magere kleine verlegen jongentje (40 kilo lichtgewicht, bij 155 cm). Wel een schoenendoos die gedeeld moest worden met drie broers en zus. In die doos werd er geen onderscheid gemaakt. Gewoon op volgorde van binnenkomst. Volgens mij liep ik mijn eerste duurloopjes met Gerald Eshuis dat was begin jaren tachtig. Duidelijk kan ik me herinneren hoe zwaar die klim was vanaf de Bergleidingsweg (Nijverdal) richting het (oude) bezoekerscentrum. Maar waarom hardlopen? Op school had ik gemerkt dat rondjes hardlopen om het veld wel iets voor mij was, alleen was de afstand altijd te kort. Net als ik op stoom kwam om de voorsten bij te halen ging het fluitje dat we moesten stoppen. Ik wou helemaal niet stoppen. Ik wou toen eigenlijk altijd wat anders, dan de rest. Bij een werkweekkamp of hoe heet zoiets, hadden we eens met onze groep voor straf een bosloop, voor straf! Ik liep gaande weg lekker vooraan, wou de leraar die voorop liep inhalen, maar dat was niet de bedoeling. Het was immers straf, het behoorde niet leuk te zijn. 
Hoe heb ik thuis duidelijk kunnen maken dat ik ging hardlopen? Wanneer was ik gestopt met judo? Welke kleding had ik aan? In blauw gymbroek met katoenen T-shirt, tennissokken en gymschoenen? Of in trainingsbroek en in de winter dan? Was de tight al uitgevonden? Volgens mij heb ik nog kort hardgelopen als voetballers dat wel plegen te doen, met hun voetbalbroek over de tight, of in die tijd een majo of turnbroek (van je moeder of zus). En hoe kwam ik dan ongezien in het bos? Onbewust ben ik natuurlijk beïnvloed door de prestaties van Gerard Nijboer (Zilver OS Moskou 1980, Goud EK marathon 1982), maar volgens mij had ik als jeugdige sporter meer iets met de korte afstanden. Met Rob Druppers, dat was een man waar een bepaalde sterrenstatus omheen hing. In mijn begin jaar, begon er meer, namelijk de eerste IAAF Wereldkampioenschappen atletiek. Rob werd tweede op de 800 meter. Het was de periode dat de joggingrage uit Amerika massaal aansloeg in Europa, waar toch al een sterke hardloopgroei aanwezig was vanuit de eerste hardloopgolf. Energie straalde ook over via de tv serie Fame. We keken naar Flashdance ‘What a feeling’ met Jennifer Beals gezongen door Irene Cara.
Nijverdal juni 2008. Nijverdal 1983

Geen opmerkingen:

Een reactie posten